Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen riep Farao Abram, en zeide: Wat is dit, [dat] gij mij gedaan hebt? [37]waarom hebt gij mij niet te kennen gegeven, dat zij uw huisvrouw is? 37. Farao wist dit nu zonder twijfel, eensdeels uit de hoedanigheid zijner plaag en de wroeging van zijn conscientie, anderdeels uit de ingeving en openbaring Gods, gelijk op een anderen tijd met Abimelech geschied is; onder hfdst.20 vs.3.